Algemene volksbewapening Duitsland
Adolf Hitler gaf op 18 oktober 1944 het bevel tot algemene volksbewapening. De Sovjets stonden aan Duitse grens en waren Tsjecho-Slowakije binnengedrongen. Daarnaast had de Wehrmacht een tekort aan militairen. Kortom, alle Duitse mannen tussen de zestien en zestig moesten het land verdedigen. Hitler richtte daarom voor deze groep een speciale militie op: de Volkssturm.

In de praktijk betekende dit dat jongens onder de achttien, eerder afgekeurde mannen en veteranen een oproep in de brievenbus vonden. Dit bonte gezelschap kreeg weliswaar een korte opleiding, maar was wegens tekort aan materiaal slecht bewapend en droeg geen uniform. Wie weigerde, ging naar een strafkamp of werd geëxecuteerd.
Na voltooiing van de opleiding gingen vele Volkssturmers naar het oostfront. Door gebrek aan training en slechte bewapening stond de militie meestal machteloos tegenover de Sovjets. Al wist de Volkssturm soms, zoals bij de slag om Berlijn, heftig verzet te leveren.