Ga direct naar: Inhoud
-
Scan van de brief van Truus Oversteegen van 31 maart 1945 (collectie 244 Dagboeken en Egodocumenten, inventarisnummer 1523)
Nieuws

NIOD vindt ongepubliceerde oorlogsbrieven verzetsvriendin Hannie Schaft

Gepubliceerd op 20 maart 2023
Tijdens een digitaliseringsproject vond het NIOD in een dagboek twee brieven van Truus Oversteegen, die samen met ‘het meisje met het rode haar’ Hannie Schaft verzetsacties uitvoerde. Vergezeld van haar jongere zus Freddie Oversteegen reden zij onder meer koeriersdiensten, verspreidden illegale bladen, pleegden sabotage-acties en liquideerden landverraders. Op 21 maart 1945, vandaag 78 jaar geleden, op werd Hannie Schaft bij een controle gearresteerd.

In haar fietstassen troffen de Duitsers illegale bladen aan, later vonden zij ook nog een pistool. Enkele weken voor de bevrijding, op 17 april, werd Hannie Schaft in de duinen bij Overveen gefusilleerd. De zussen Truus en Freddie Oversteegen overleefden de oorlog en ontvingen hoge onderscheidingen voor hun verzetswerk. Het Parool publiceerde een artikel over de ontdekking van de brieven en de manier waarop NIOD-archivaris René Pottkamp verifiëerde dat deze brieven inderdaad over de arrestatie van Hannie Schaft gaan.

Vondst van een vrijwilliger

Een van de vriendinnen van Truus Oversteegen was Gerda Frieke uit Amsterdam. Vanwege de voedseltekorten was die uitgeweken naar het Friese plaatsje Poppingawier. Zij onderhield een levendige briefwisseling met familie en bekenden, waaronder Truus Oversteegen. Tussen de correspondentie vond een vrijwilliger van het NIOD twee brieven van Truus aan Gerda.

De eerste brief dateert van 19 januari 1945. Truus beschrijft een tocht van Haarlem naar haar ouders in Epe, die zelf ook in het verzet zaten. Zo verborgen zij munitie in de stal van hun boerderij. Vandaar dat haar ouders een schuilnaam gebruikten. Kennelijk vergat Gerda dat wel eens: in haar brief drukte Truus Gerda op het hart: "onthou dat nou, Volkerink heet m'n familie tegenswoordig".

‘De moffen stonden aan alle muren en er kwam geen mens door’

De tweede brief schrijft Truus vanuit een onderduikadres op 23 maart 1945, twee dagen na de arrestatie van haar verzetsvriendin Hannie Schaft. Truus is erg aangedaan door de gebeurtenis en omfloerst verwijst ze naar het pistool dat Hannie bij zich droeg: “Zeg herinner je je nog dat meisje wat ook bij jullie thuis is geweest, die Hanny? Eergisteren is ze bij het nasnuffelen van tassen enz, gearresteerd. De moffen stonden aan alle muren en er kwam geen mens door. Hanny had "de baby" bij haar en krantjes. 'k Ben er onderste boven van. Bijna een jaar heb ik nu met haar samen gewerkt, en nu de oorlog op z'n end loopt grijpen ze je op zo'n manier. Gisteren een hele dag lopen janken, een nacht niet gepit”.

-
Detail scan van de brief van Truus Oversteegen van 23 maart 1945 (collectie 244 Dagboeken en Egodocumenten, inventarisnummer 1523)

Toch wil Truus doorgaan met haar verzetsactiviteiten: “M'n werk geeft ik toch niet op. 'k Heb voor mezelf een heel aardig grafschrift bedacht en..... witte en rode bloemen! Da's mijn laatste wens. Lugubere gijn! (da's ook maar aan de buitenkant)”. Naast deze woorden tekent ze een grafsteen met het opschrift: "'k overleefde alle pech, behalve de laatste". Truus onderneemt nog een bevrijdingspoging voor haar vriendin. Vermomd als Duitse verpleegster gaat ze naar het huis van bewaring aan de Amsterdamse Weteringschans. Ze blijkt echter de verkeerde gevangenis uitgekozen te hebben: Hannie werd vastgehouden aan de Amstelveenseweg. Als Truus daar aankomt, blijkt Hannie's naam al doorgestreept in het gevangenenregister.

Intussen schrijft vriendin Gerda op 3 april aan haar ouders over de ontvangen brief van Truus: “Ze had hem schijnbaar in een akelige bui geschreven. Ze zat ook erg in de put, want Hanny is gepakt met een tas vol krantjes en "de baby". Die zal ze voorlopig wel niet terug zien.”

Geruchten over de arrestatie

Na de oorlog schrijft Gerda's moeder aan Gerda welke geruchten ze had vernomen. De zus van een voormalig verzetsstrijder had verteld hoe Hannie Schaft “een dag voor de bevrijding van de Weteringschans was gehaald, en daar zonder dat er bevel voor was gegeven met een auto naar Zandvoort was gebracht, daar hadden ze op haar geschoten en nog half levend (want ze hadden blijkbaar haast) in een kuil gestopt. Toen ik vroeg hoe dat meisje heette, zei ze Hanny en het was een studente. Je snapt Ger ik schrok met dood en het is wel vast waar ook, want toen ik vertelde, dat ze wel bij ons was geweest en dat ze haar haar rood geverfd had, toen zei ze, dat het uitkwam met wat haar broer verteld had”.

Na de oorlog ontving Hannie Schaft postuum enkele onderscheidingen waaronder het Verzetskruis. Ook de zussen Oversteegen ontvingen hoge decoraties. Op 3 mei 1982 onthulde prinses Juliana in het Haarlemse Kenaupark een standbeeld van Hannie Schaft, gemaakt door Truus Menger-Oversteegen.

Bekijk de gedigitaliseerde brieven in de NIOD collectie

De brieven van Truus Oversteegen zijn ondergebracht in collectie 244 Dagboeken en Egodocumenten, inventarisnummer 1523, en volledig digitaal te lezen (scans 117-119; 144-145).

Deel deze pagina
Schrijf u in voor onze nieuwsbrief
Volg ons op
NIOD
Herengracht 380
1016 CJ Amsterdam
020 52 33 800
Openingstijden studiezaal
  • Di - Vr09:00 - 17:30 u
  • Gesloten op maandag