Ga direct naar: Inhoud
-
Foto: Margot Scheerder
Blog

Elites, emoties en extremisme: inzichten van McDoom

Gepubliceerd op 01 februari 2023
In December gaf dr. Omar Shahabudin McDoom (London School of Economics) de Jaarlezing Holocaust en Genocide Studies 2022. Alexeï Delanghe, een student van de masteropleiding Holocaust and Genocide Studies van het NIOD en de Universiteit van Amsterdam, reflecteert in deze blogpost op de lezing van McDoom.

Op 1 december gaf Omar Shahabudin McDoom van de London School of Economics op uitnodiging van het NIOD de Jaarlezing Holocaust en Genocide Studies 2021. In Elites, emoties en extremisme in genocides en massamoorden: inzichten uit Rwanda behandelde McDoom drie belangrijke discussiepunten binnen het vakgebied. Met behulp van bewijs uit eigen onderzoek in Rwanda na de genocide trakteerde hij het publiek van wetenschappers, studenten en diplomaten op een aantal boeiende conclusies.

Genocide: van bovenaf of onderaf?

Veel analyses van massaal geweld worstelen met de vraag of de kiem van genocide bij de staat en de elites ligt of juist bij het volk. De beide ideeën lijken onverenigbaar. Bij het eerste standpunt blijven cultureel verankerde onderdrukking en uitsluiting misschien onterecht buiten schot; wie het tweede aanhangt, dreigt te onderschatten hoeveel invloed de elites hebben in hun samenleving.

McDoom vindt deze binaire denktrant contraproductief. In Rwanda, zo vertelde hij, barstte het geweld vrijwel direct na de moord op president Habiyarmana los, terwijl de extremistische Akazu pas zes dagen later de macht grepen in het land. In die eerste periode werd het geweld grotendeels georganiseerd door ongeschoolde boeren, vaak in gebieden die nog niet in extremistische handen waren.

Daar zouden de Akazu later op inspelen, wat uiteindelijk veel grotere gevolgen had voor het verloop van de volkerenmoord. McDoom stelt dan ook voor om af te stappen van de bovenaf-onderafdiscussie, en genocide in plaats daarvan te beschouwen als een collaboratieve daad, die georganiseerd en uitgevoerd wordt door een coalitie van extremistische elites en gewone burgers.

Radicalisering: vooraf aanwezig of deel van het proces?

Ook het plegen van geweld, en hoe zich dat verhoudt tot het radicaliseringsproces, passeerde de revue in McDooms verhaal. Hij schetste een intrigerend beeld van de manieren waarop verschillende individuen omgingen met het uitvoeren van extreem gewelddadige handelingen, aan de hand van getuigenissen uit een aantal regio’s en gebieden in Rwanda. In een van de indrukwekkendste verhalen had de geïnterviewde een kennis zien stelen en moorden – aanvankelijk met enige aarzeling, maar uiteindelijk ook op eigen initiatief, steeds vaker en steeds wreder.

McDoom droeg twee interessante hypotheses aan om dit soort anekdotes te duiden. De eerste stelt dat geweld een mens verandert en de tweede dat radicalisering niet altijd lineair is, zoals de literatuur ons wil doen geloven, maar een grilliger proces. Volgens McDoom kan radicalisering zowel het gevolg zijn van indoctrinatie voorafgaand aan gewelddadige handelingen, als van groepsdruk tijdens of ontkenning na datzelfde geweld – dus niet alleen ‘eerst haten, dan doden’, maar ook ‘eerst doden, dan haten’.

Rationaliteit, emotie en massaal geweld

Ten slotte reflecteerde McDoom op de vraag of genocide en massaal geweld voortkomen uit de ratio of emotie. Hij maakte een synthese van de rationalistische en expressivistische stromingen in de huidige literatuur en stelde dat grootschalig geweld en genocide eigenlijk altijd het gevolg zijn van de wisselwerking tussen de twee factoren.

Daarbij verwees hij naar de beslissing van Theoneste Bagosora om het gewapende conflict met het RPF in april 1994 te hervatten. Op basis van de verschillende rationalistische en expressivistische interpretaties die McDoom voorlegde aan het publiek, concludeerde hij dat Bagosora’s besluit weliswaar voort was gekomen uit organisatorische en strategische overwegingen, maar net zo goed was beïnvloed door diepgewortelde haat, angst voor vervolging en vooroordelen.

De karikatuur van de zuiver rationele dader die zijn massavernietiging van tevoren helemaal uitdenkt, kan daarmee de prullenbak in. McDoom toont aan dat volkenmoordenaars ook maar gewoon mensen zijn, hun blik vaak vertroebeld door sterke emoties als haat en angst.

Aansprakelijkheid

In het slotwoord, verder bouwend op zijn eerdere conclusies, spoorde McDoom toekomstige onderzoekers aan om de belangrijke rol te erkennen die wetenschappers kunnen spelen door hun kennis over genocide en massaal geweld om te zetten in actie. ‘Aansprakelijkheid is voor extremisten de belangrijkste consequentie,’ aldus de spreker, en hij voegde eraan toe dat het hele onderzoeksveld zich zou moeten richten op het afschrikken van de daders, vanuit de overtuiging dat ze zich niet aan massaal geweld zullen wagen als de prijs te hoog is.

Deze uitspraken riepen niet alleen een gevoel van doelgerichtheid op bij de aanwezigen, maar ook de nodige vragen. Hoe moeten wetenschappers die kennis dan precies omzetten in actie? Zijn onze huidige instituten wel in staat om zoiets voor elkaar te krijgen? Zijn die instituten aan verandering, vervanging of zelfs ontmanteling toe? Is de dreiging van documentatie voldoende om potentiële daders tot de orde te roepen?

Met zijn presentie gaf McDoom een mooi overzicht van het werk waar alle genocidewetenschappers, inclusief die van het NIOD, zich mee bezig houden. De aanwezigen kregen inzicht in welk grondig onderzoek er momenteel al wordt verricht, hoe de belangrijkste discussiepunten anders benaderd en geformuleerd kunnen worden en waarom het zo belangrijk is om nieuwe ontwikkelingen te stimuleren. En, voor de jongeren in het publiek, welke grote verantwoordelijkheid de zoektocht naar kennis met zich meebrengt.

Deel deze pagina
Schrijf u in voor onze nieuwsbrief
Volg ons op
NIOD
Herengracht 380
1016 CJ Amsterdam
020 52 33 800
Openingstijden studiezaal
  • Di - Vr09:00 - 17:30 u
  • Gesloten op maandag