Ga direct naar: Inhoud
-
Blog

Geschreven, gekoesterd, gescand: de vele levens van een oorlogsbrief

Gepubliceerd op 04 april 2023
In ‘Oorlog uit Eerste Hand: Oorlogsbrieven (1935-1950) van het NIOD digitaal’ worden de (papieren) oorlogsbrieven van het NIOD gescand en getranscribeerd.

Het digitaliseren geeft de historische stukken uit collectie 247: correspondentie een nieuw leven – en dat terwijl ze vaak tal van ‘levens’ achter de rug hebben, waarin ze in steeds weer een andere betekenis hebben gekregen: de oorlogsbrieven zijn geschreven, gelezen, bewaard en gekoesterd, en zijn daarna onderdeel van een archiefcollectie geworden. In deze blog laat ik zien hoe een brief door deze ontwikkelingen telkens weer een nieuwe betekenis krijgt.

Briefschrijvers

Het eerste ‘leven’ van oorlogsbrieven is meteen het meest voor de hand liggend: briefschrijvers gebruikten vellen papier, briefkaarten en kladjes om hun ervaringen te delen. Historische correspondentie is het resultaat van hoe mensen hun omgeving en omstandigheden waarnamen, interpreteerden, en vormgaven in tekst.

-
Afbeelding 1: Sommige briefschrijvers gaven ervaringen niet alleen vorm in tekst maar ook in beeld. Kindertekening uit collectie 247, inventarisnummer 1107.

Door oorlogsbrieven te lezen, kom je dichterbij de ervaringen van hun makers, door te onderzoeken hoe de schrijvers hun geleefde werkelijkheid en sociale interacties aan het papier toevertrouwden. Dit maakt ze een waardevolle bron voor historisch onderzoek, zoals Gerrit Bolkestein in 1944 al benadrukte: ‘Wil het nageslacht ten volle beseffen wat wij als volk in deze jaren hebben doorstaan (…), dan hebben wij juist de eenvoudige stukken nodig: een dagboek, brieven van een arbeider uit Duitsland, (…)’.

Toch is mijn ervaring als onderzoeker dat we nooit zeker weten welke betekenis een historische brief had voor z’n schrijver en ontvanger. Soms waren schrijver en ontvanger slechts vage bekenden van elkaar, soms naaste familie, goede vrienden of geliefden. In brieven verwijzen zij naar herinneringen, gebeurtenissen of mensen die zij allebei kennen. Dit geldt voor de onderzoeker die de brief leest niet. In andere gevallen werd bewust informatie weggelaten, vanwege censuur of omdat het gevaarlijk kon zijn in de context van verzetswerk. Het bijgaande briefje (afbeelding 2) roept bijvoorbeeld veel vragen op voor de hedendaagse lezer. Er lijkt veel onbenoemd te blijven, en misschien gebruikten de verzetsmensen wel codetaal in deze correspondentie.

-
Afb. 2: Briefje aan F.C. ‘Lon’ Nievelstein (schuilnaam) van Truusje, beiden collega’s uit het verzet, 1945. De brief had voor schrijver en ontvanger meer betekenis dan de hedendaagse lezer aan deze tekst kan ontlenen. Collectie 247, inventarisnummer 739.

De uitzonderlijke gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog of de Onafhankelijkheidsoorlog in Indonesië maakten dat de brieven uit collectie 247 voor de schrijvers, ontvangers of hun nabestaanden jaren later vaak nog een bijzondere waarde hadden. Hierdoor zijn het juist deze brieven die uiteindelijk een nieuwe betekenis kregen; in de vorm van een gekoesterd erfstuk of als onderdeel van een familiecollectie.

Bewaarders van brieven

Vaak waren het briefschrijvers, -ontvangers of hun nabestaanden die hun oorlogsbrieven zelf verzamelden en bewaarden. Als onderdeel van een privéverzameling kregen de brieven een nieuwe betekenis, vorm en structuur. Behalve bij weggooien of vernietigen, zien we vaak nog sporen van deze fase van betekenis-verlening terug in onze collectie. Waar soms brieven en enveloppen gescheiden zijn bewaard, zijn andere briefwisselingen nauwkeurig op chronologische volgorde gesorteerd en soms zelfs voorzien van een nummering. Andere bewaarders gingen nog een stapje verder: ze voorzagen de stukken van commentaar, transcripten of aanvullende informatie. Weer anderen bundelden oorlogsbrieven met bijvoorbeeld oorlogsdagboeken of fotoboeken en bewaarden deze samen (soms letterlijk, soms spreekwoordelijk) in een oude koffer op zolder.

-
-
Afb. 3 en 4: Een groepsfoto met, op de achterzijde, een namenlijst van de geportretteerden. Beide stukken zijn vermoedelijk latere toevoegingen aan de verzamelde oorlogscorrespondenties van de zusjes Mia en Bea Nerden. Collectie 247, inventarisnr. 1019

Voor de stukken in collectie 247 geldt dat er op een gegeven moment een nieuwe fase aanbrak. Soms was dit vanwege ziekte of overlijden van een (groot)ouder, soms vanwege een verbouwing of verhuizing. Niet zelden spelen een verslechterende conditie van oude stukken papier of een groeiend bewustzijn van hun waarde als erfgoed of als bronmateriaal voor historisch onderzoek ook een rol. De brieven veranderden van familiebezit naar onderdeel van een collectie, bijvoorbeeld in het NIOD-archief.

Onderdeel van de NIOD-collectie

De oorlogsbrieven in Collectie 247 zijn meestal via een schenking bij het NIOD terechtgekomen. Bij het NIOD kregen ze een uniek inventarisnummer, waarna ze werden onderverdeeld in één of meerdere deelcollecties. Vervolgens werd elk inventarisnummer van een archiefbeschrijving voorzien en kreeg het steekwoorden mee om de vindbaarheid te vergemakkelijken. In dit proces zie je het werk van het NIOD terug in de collectie, en kregen de brieven ook weer een nieuwe betekenis: alle verschillende briefwisselingen in de collectie waren van oudsher geen eenheid. De collectie is een verzameling van stukken die verschillen van vorm, karakter en komaf en onder een gemene deler door archiefmedewerkers zijn samengebracht. We spreken daarom ook niet zomaar van een ‘archief’, dat als zodanig door één historische persoon of organisatie gevormd is, maar van een ‘collectie’. Dit is een van de redenen dat de collectie een grote variëteit aan verschillende soorten brieven en briefschrijvers kent. Deze werkwijze heeft ook nu weer een weerslag op de veelzijdige aard van digitale dataset met scans en transcripten die we in ‘Oorlog uit Eerste Hand’ creëren.

Digitalisering

Bovenstaande voorbeelden laten zien dat de brieven waar we in ‘Oorlog uit Eerste Hand’ mee werken, niet rechtstreeks zijn overgeleverd aan het heden. De collectie kent een eigen geschiedenis, die de collectie heeft gevormd tot wat hij nu is. Hierom vind ik het belangrijk om in het digitaliseringsproject rekenschap te geven van de veranderende betekenissen die de oorlogsbrieven reeds hebben doorgemaakt. Deze ontwikkelingen hebben namelijk invloed op de manier waarop we de collectie bestuderen en begrijpen, en voor het raadplegen van de digitale scans en transcripten in de toekomst.

Om deze ontwikkelingen zichtbaar te houden, zorgen we er bijvoorbeeld voor dat iedereen die met de digitale transcripten aan de slag wil, altijd de mogelijkheid houdt om de (scans van) de originele documenten te zien. Alleen zo kan er onderscheid worden gemaakt tussen, bijvoorbeeld, transcripten van historische oorlogscorrespondentie en die van latere toevoegingen (zie ook afbeeldingen 3, 4 en 5).

-
Afbeelding 5: De later toegevoegde namenlijst (zie afbeeldingen 3 en 4) is ook onderdeel van de geworden van de digitale dataset, naast transcripties van briefwisselingen uit inventarisnummer 1019.

Het digitaliseren van de oorlogsbrieven van het NIOD is een radicale transformatie, waarin oude bronnen nieuwe vormen en betekenissen krijgen. Het is echter niet de eerste keer dat deze historische bronnen aan een nieuw leven zijn begonnen. Ik beschouw het huidige digitaliseringsproject dan ook als een nieuwe fase in een reeks processen van betekenis-verlening, die startte met de briefschrijvers en -ontvangers zelf en nu via bewaarders en archivarissen tot nieuwe, digitale varianten van collectie 247 heeft geleid.

Heeft u in een oude koffer op zolder nog persoonlijke correspondentie liggen over de Duitse bezetting van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog, of aan de Onafhankelijkheidsoorlog in Indonesië? En is dit materiaal klaar voor een nieuw leven? Tijdens de campagneweek ‘Postbus NIOD’ (31/3/23 – 07/04/23) roepen we iedereen op dergelijk materiaal te doneren aan het NIOD. U krijgt er een digitale kopie voor terug. Voor aanmelding en voorwaarden, zie Postbus NIOD

Deel deze pagina
Schrijf u in voor onze nieuwsbrief
Volg ons op
NIOD
Herengracht 380
1016 CJ Amsterdam
020 52 33 800
Openingstijden studiezaal
  • Di - Vr09:00 - 17:30 u
  • Gesloten op maandag